Subsidie aan Theaterproducenten is Oneerlijk Verdeeld

In Nederland zijn een paar honderd theaterproducenten die theater maken. Dat kan muziek, toneel, dans of cabaret zijn. Cabaret heeft als nadeel dat door de Vara en nu BNNVara te veel animo is, waardoor ze buiten de subsidieregeling vallen. Doordat er teveel cabaret op tv wordt uitgezonden, zijn er genoeg mensen die een kaartje willen kopen voor 30 euro. Daardoor hoeven zij geen subsidie te krijgen. Maar de overige (met name toneel) wel. Daarvan kost een kaartje maar gemiddeld 20 euro. De overheid doet er ongeveer 5 euro per kaartje bij aan subsidie, om toneel mogelijk te maken en ook betaalbaar. Zonder subsidie zou toneel anders 25 tot 30 euro kosten. Dat zou op zich wel kunnen. Maar hebben minder mensen interesse, waardoor de cultuursector er schade aan lijdt. Daarom heb je subsidie van de overheid (altijd via de gemeente) die via Fonds Podiumkunsten geld krijgen. Ongeveer 250 van de 500 theaterbedrijven krijgen subsidie van 200.000 tot 400.000 euro per jaar om voorstellingen te maken. Maar door corona kregen dit jaar en het jaar ervoor veel minder theaterbedrijven subsidie. Daardoor moesten sommigen het van de kaartverkoop doen. De bedragen (vele miljoenen van de overheid) werden door de Fonds Podiumkunsten verdeeld. Maar nu heeft Utrecht (stad of provincie) aan 10 theaterbedrijven die niet in aanmerking kwamen voor subsidie, alsnog subsidie gegeven van 50.000 euro per jaar aan die 10 theaterbedrijven gedurende 2 jaar. Dat is goed nieuws. Misschien dat sommige steden dat ook hebben gedaan. Utrecht doet dit, om zo meer cultuur in de stad te krijgen. Maar waarom heeft de overheid dit niet gedaan? Waarom komen andere steden en dus andere theaterbedrijven er niet voor in aanmerking, terwijl ze net zo goed zijn. Dit is een beetje, de 1 krijgt wel wat en de ander niet. Een beetje zoals in de coronaperiode ging met coronasteun. Dat de KLM wel steun kreeg en theaters in het begin niet. Het is dus goed dat 10 extra theaterbedrijven steun hebben gekregen voor 2 jaar. Maar waarom krijgen de andere 200 bedrijven ook geen steun van de overheid zelf? Waarom, omdat ze toevallig niet in Utrecht wonen. Hier je overigens verandering in brengen. Als jij vindt dat er meer steun moet naar de cultuursector, dan kan je aankomende maart stemmen voor de provinciale verkiezingen. Die partijen die verkozen zijn, kiezen ook welke partijen er in de 1e kamer van de landelijke politiek moet komen. Als er maatregelen worden doorgevoerd door de tweede kamer, dan kan de eerste kamer een Nee geven, waardoor het niet doorgaat. Dus als de VVD zegt dat er minder geld naar cultuur moet, dan kan de 1e kamer zeggen dat dat niet gaat gebeuren. En dat kan door aankomende maart te stemmen op provinciale verkiezingen. Als je wilt dat er meer geld naar cultuur gaat of dat er niet wordt ingegrepen. Maw, partijen die open staan voor de cultuursector zijn: De SP, Groenlinks, PVDA, BBB en CDA. De partijen VVD, D66, PVV en Forum voor Democratie willen minder geld naar cultuur doen. VVD en D66 zijn normaal. Die geven geld, maar zien het niet als hoogste prioriteit. PVV en Forum voor Democratie willen dat er totaal geen geld naar cultuur gaat. Ook niet naar publieke omroepen. Je moet dus op de SP, Groenlinks, CDA, BBB of PVDA stemmen om meer geld naar cultuur te laten gaan of voor het afremmen van bezuinigingen.

Dit zegt overigens de BBB (Boer Burger Beweging) over cultuur die groot wordt bij de eerste kamer: Cultuursubsidies worden evenredig verdeeld over het hele land. Er komt extra aandacht voor culturele instellingen en meer toezicht op de eerlijke verdeling van subsidies voor culturele instellingen buiten de grote steden. Plattelandscultuur is ook cultuur.